AFWERKINGSMOGELIJKHEDEN

Afwerkingsmogelijkheden architectonisch beton

  1. Onbewerkt beton
Hoe onbewerkt beton eruitziet, hangt af van de bekisting. Onbewerkt beton kan een glad of een gestructureerd voorkomen hebben.
 
Glad Beton
 
Glad geprefabriceerd beton is kwalitatief beter dan op de werf gestort beton omdat het kan worden geproduceerd in betere omstandigheden: een perfecte bekisting zorgt voor een egaal oppervlak en triltafels garanderen een optimale dichtheid.
 
Gestructureerd
 
Door een negatief reliëfpatroon in de bekisting aan te brengen verkrijgt men een oppervlak met een licht of sterk reliëf. Zo’n reliëfpatroon bestaat doorgaans uit geëxpandeerd polystyreen, polyurethaan, siliconenrubber of glasvezelversterkt polyester. Deze laatste heeft als voordeel dat een veel groter oppervlak zonder naden te bekisten en bij zelfverdichtend beton een mooiere verdichting verkregen wordt.
 
Volledigheidshalve moeten we hier vermelden dat glad grijs beton soms een aantal nadelen heeft. Zo zijn luchtbellen en krimpscheurtjes niet altijd 100 % te vermijden, terwijl ze omwille van het karakter van dit soort beton juist uiterst zichtbaar zijn. Ook de blootstelling van pas geproduceerde elementen aan regen veroorzaakt bij verkeerdelijke keuze van betonsamenstellingen en cementsoorten onuitwisbare kalksporen. Bovendien kunnen er lichte kleurverschillen voorkomen binnen één element en tussen panelenonderling.
 
Gestructureerd beton neemt een aantal van deze kleine nadelen weg maar eigenlijk wordt een optimaal resultaat pas bereikt als het beton na het ontkisten één van de hieronder beschreven bewerkingen ondergaat.
  1. Bewerkt beton
Licht of sterk uitgewassen beton
 
Op de wanden van de bekisting wordt een product aangebracht dat de hydratatie van het cement desactiveert, vertraagt of zelfs helemaal tenietdoet. Na het ontkisten wordt het niet-gehydrateerde materiaal met een waterstraal weggespoeld zodat de zandkorrels of de granulaten zichtbaar worden. Het effect hangt dan af van de dieptewerking van het desactiverend middel. Ook de vorm, aard, korrelgrootte en tint van de granulaten én de samenstelling van de mengeling spelen een belangrijke rol.
 
Gedompeld (of gezuurd) beton
 
Beton dat behandeld wordt met een zuuroplossing krijgt een zeer fijnzanderige structuur. Is het de bedoeling dat alle zijden van het element die structuur krijgen, dan wordt het element volledig ondergedompeld in een bad met een dergelijke oplossing. In de andere gevallen wordt het zuurhoudend product op het te behandelen oppervlak aangebracht.
 
Gestraald
 
Het te bewerken oppervlak wordt onder hoge druk met staalgrit gestraald. Licht stralen zorgt ervoor dat de korrel zichtbaar wordt; bij grondig zandstralen komen de granulaten aan de oppervlakte. Hoe harder gestraald, hoe matter het oppervlak wordt. Stralen vereist een grote vakkennis en heeft als voordeel dat het effect gecontroleerd kan worden naarmate de behandeling vordert.
 
Gepolijst
 
Gepolijst beton heeft een effen oppervlak met een al dan niet uitgesproken glans als resultaat. Het polijsten gebeurt in verschillende stappen waarbij een steeds fijnere oppervlaktestructuur en een steeds hogere glans bekomen wordt:
  • Slijpen: zodra het beton hard genoeg is, wordt 1 tot 2 mm van het oppervlak weggeschuurd zodat de granulaten zichtbaar worden. Bij die bewerking ontstaan een aantal groeven. Die worden met een tweede bewerking met een fijnere slijpsteen weer weggewerkt.
  • Polijsten: na een eerste slijpbewerking wordt het oppervlak gekit. (Kitten of mastikeren heeft tot doel de holtes op te vullen en de kleine afsplinteringen te dichten.) Zodra het oppervlak verhard is, wordt het opnieuw met steeds fijnere slijpstenen bewerkt. Daarbij verdwijnen de groeven en komt stilaan de natuurlijke glans van de granulaten tevoorschijn. Maar daarmee heeft het oppervlak nog geen natuurlijke glans. Door het in tweemaal verder te bewerken met nog fijnere slijpstenen, bekomt men eerst een satijnglans en daarna een hoogglans.
Gepolijst beton heeft als voordeel dat de gevel glad is, en dus sterk zelfreinigend en onderhoudsvriendelijk. Dat voordeel kan nog versterkt worden door het aanbrengen van een beschermingsproduct.
 
Boucharderen
 
Beton kan net zoals natuursteen met de slaghamer bewerkt worden. Het uiterlijk lijkt op een geprikt oppervlak (fijn gebouchardeerd), maar kan ook grilliger zijn (middel- of grof gebouchardeerd). Het hameren of boucharderen gebeurt bij beton machinaal.
 
Diverse mogelijkheden
 
Naast deze “klassieke” mogelijkheden, kunnen door voorbewerkingen van de malbodem ook bepaalde effecten ontstaan, zoals gasbellen die de open structuur van een travertin gaan immiteren. Gecombineerd met ijzerhoudend materiaal kunnen ook mooie roestkleurige oppervlakken ontstaan.
 
Inlegmaterialen
 
1. Inleg van baksteen
 
Baksteenstrippen worden op de bodem van de bekisting geplaatst en zo ingebetonneerd in de elementen.
 
2. Inleg van natuursteen
 
Natuursteenplaten worden op de bodem van de bekisting geplaatst en zo ingebetonneerd in de elementen. Natuursteen wordt steeds voorzien van een verankering om een duurzame bevestiging te garanderen.
 
3. Inleg van baksteen en natuursteen
 
Beide inlegmaterialen kunnen in één element worden gecombineerd.
 
4. Inleg van keramisch materiaal
 
Keramiektegels worden onder in de mal geplaatst, waarbij voldoende hechting wordt bekomen door een ruwe of geprofileerde achterzijde.